Het beslag dat van het maischen het resultaat is bestaat uit een suikerrijke vloeistof en ronddrijvende vaste bestanddelen. Deze vaste bestanddelen worden voor het bier niet meer gebruikt en moeten dus uit de vloeistof worden gefilterd. Dit proces noemt men het klaren. Het achterblijvende, niet oplosbare moutafval heet draf of bostel. Deze bostel wordt als hoogwaardige eiwitbron afgezet in de Nederlandse melkveehouderij. Bij het afspoelen van de bostel komt nog vloeistof vrij die tot bier kan worden verwerkt, zij het bier met een laag alcoholgehalte: ‘klein bier’ of ‘dunbier’. Nederlandse brouwerijen verwerken dergelijk dunbier tot zogenaamd oud bruin door er zoetstoffen aan toe te voegen.